In de mangel

Aan de vele berichten op internet, websites en zelfs Tv-programma’s te zien ben ik niet de enige.
Mensen die op een dood spoor zitten, heel veel ellende hebben meegemaakt, geen kant meer op (denken te) kunnen en de wanhoop nabij zijn.
Geen werk, geen relatie, geen uitzicht op een ‘gelukkig leven’ meer… Doelloos.
Maar wel onder curatele van de maatschappij.
Want elk mens moet functioneren.
En niet parasiteren door een uitkering te eisen zonder daar iets voor te doen.
Werken.
Tot de dood erop volgt…

Dat klinkt natuurlijk wel heel erg zwart.
Maar feitelijk is dat ook zo.
Want niet alle mensen zijn profiteurs of parasieten…
Er zijn echt mensen die vanaf hun geboorte tot hun gedenkwaardige ouderdom de wind in de rug hadden en een voor hen gelukkig leven hebben gehad.
En ook mensen die best erg veel hebben meegemaakt maar omdat zij een sterke persoonlijkheid hebben, daar nog sterker uit zijn gekomen.
Maar niet iedereen is hetzelfde.
Dat wordt vaak vergeten.

Misschien heb ik de instelling van mijn moeder.
Het kan namelijk heel goed genetisch bepaald zijn hoe je in elkaar zit, zowel fysiek als mentaal.
Zij heeft veel ellende meegemaakt.
Wat haar uiteindelijk tot een geestelijk wrak heeft gemaakt, tot ze op 64-jarige leeftijd eindelijk rust kreeg.
Ik heb haar altijd als voorbeeld genomen.
Ga ik dezelfde weg?
Houd ik het ook niet meer vol?
Is mijn tijd ook geteld?
Maar dat accepteer ik niet.
Ik vecht… Met de kleinste middelen die ik heb.
Hoewel ik ook de rugzak bijna niet meer kan dragen en die af zou willen gooien.
Maar zo simpel is dat niet.
Zo’n zak draag je mee, je leven lang.
De kunst is om overeind te blijven, hoe zwaar die ook is.
In die fase zit ik.
Cursus ‘rugzak dragen’.
Zelfstudie uiteraard want ik ben het nog niet tegen gekomen bij de NTI of zoiets.
De maatschappij heeft daar echter geen boodschap aan.
Ik blijf die zwakke schakel in de economie.
En die moet nuttig en aanwezig blijven.
Of anders…

Heel mijn leven probeer ik al met mijn ‘overdenkingen’, columns en andere artikelen om mensen ervan te overtuigen dat de maatschappij ‘onmenselijk’ is ingericht.
Een economie die uitsluitend op commercieel belang draait.
Niet op menselijk belang.
Er bestaan geen wetten, regels of zelfs medische argumenten om sommige mensen vrij te maken van die economische mangel waarin ze geen kant meer op kunnen.
Omdat ze het gewoon niet meer kunnen.
Ik kan het niet meer en ik wil ook niet meer.
Niet op de manier waarop de standaard matrix van de diverse organisaties me willen laten functioneren.
Wel wil ik op mijn manier een bijdrage leveren.
Met mensen.
Mensen overtuigen dat het ook anders kan.
Om de mensheid uiteindelijk gezonder te maken en er een beter evenwicht ontstaat.
Een evenwicht van mens en natuur.
Een evenwicht tussen lichaam en geest.
Geen utopie! Een noodzakelijk doel van alle mensen!

Nu nog ontsnappen uit die mangel…

Dit bericht is geplaatst in Cultuurfilosofie met de tags , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie