De Wet

door: John van de Rest
Geschreven op 7 mei 2007

De maatschappij verhardt, mensen voelen zich onveilig. De roep om “meer blauw op straat” heeft geklonken. Dit heeft als gevolg gehad dat de laatste jaren in ieder geval meer Stadswachten in dienst zijn getreden. Ook wordt vaak feller gereageerd op mogelijke overtredingen of strafbare feiten. Tenslotte zijn strafmaten verhoogd.

Nu is iedereen blij… Of toch niet?

Laten we voorop stellen dat het goed is dat er een Wet bestaat.
Niet 1 wet maar een heel dik boek het “Wetboek van Strafrecht” wordt genoemd.
Daar dient elke goede burger kennis van te hebben genomen en er wordt dus verwacht dat iedereen weet wat wel of niet mag en wat de straf is die staat op overtreding.

Heb je dit “Wetboek” wel eens gezien?
Ik eigenlijk niet want het staat niet bepaald in elke boekwinkel…
Het Wetboek is feitelijk niet eens een boek maar een verzameling van katernen, elk handelend over andere zaken. Van Arbeidszaken tot Zedendelicten; elke mogelijkheid waarin mensen “de fout” in kunnen gaan staat beschreven.
Gelukkig kan tegenwoordig via Internet veel worden opgezocht:
http://www.wetboek-online.nl/wet/index.html
http://wetten.overheid.nl/?referrer=adwords&kw=wetboek%2520van%2520strafrecht

Maar tot slechts enkele jaren geleden was het Wetboek moeilijk vindbaar en veranderingen werden vrijwel alleen in kranten en overheidspublicaties bekend gemaakt.

Maar iedere nederlander dient de wet te kennen en daarnaar te handelen!
Want anders…

Dat laatste punt is waar het mij om gaat.
Omdat de maatschappij verhardt en er blijkbaar steeds meer mensen zijn die de wet flexibel hanteren, moet iedereen vrezen voor veroordelingen.
Want wee de naïeveling die een keer per ongeluk een misstap begaat!
Die kan voor de rest van zijn leven getekend zijn.

En wat te denken over verkeerd beoordelen van politie en justitie?
Zijn alle wetsdienaars perfect en is hun oordeel onbetwistbaar?

Laat ik deze stellingen toelichten met een paar voorbeelden waar ik zelf mee te maken heb gehad.

Voorbeeld 1: Oordeel politie over gedrag in verkeer
Op een gelijkwaardig kruispunt (want de stoplichten waren uit) kwam ik van rechts met de auto waarin mijn voltallige gezin zat. Ik sloeg rechtsaf en van links kwam verkeer wat rechtdoor ging. Dit verkeer moest uiteraard afremmen en mij voorrang verlenen.
Mijn snelheid was niet hoog omdat ik immers een bocht maakte; hooguit 30/35 km/u.
Direct na de bocht lag de winkel waar wij moesten zijn en langs de weg een aantal parkeerplaatsen waarvan er 1 vrij snel na de bocht leeg was.
Hierop reageerde ik zeer snel door af te remmen en snel in te parkeren want anders hinder je achteropkomend verkeer.
Vervolgens stopte er een auto links van mij waarvan de vrouwelijke persoon op de rechterstoel mij maande het raam te openen. Ik deed dat en keek haar verbaasd aan.
Zij vertelde me vervolgens: “Meneer, vindt u dit normaal rijgedrag?”
Ik vond niet dat ik iets verkeerd had gedaan en wilde op straat zeker niet in discussie gaan met mensen die het blijkbaar anders zien en beter weten dus ik wuifde haar uit en sloot het raam. Stapte uit en wilde naar de parkeerautomaat lopen.
Toen stoof het stel uit de auto en op het trottoir hielden ze me aan met legitimaties in de aanslag: politie!
Natuurlijk kan ik zeggen dat ik anders tegen de vrouw had gereageerd als ik meteen had gezien dat het politie was. Maar een burgerauto, 2 mensen normaal gekleed… Waarom zou ik me daardoor moeten laten aanspreken?
Maar mijn gedrag werd nu meteen als agressief aangemerkt…
En dan mijn gedrag op de weg. Mijn uitleg was bij voorbaat al overbodig, ze hadden al oordeel gevelt dat mijn ‘bruuske weggedrag’ en ‘reactie bij aanspreken’ duidelijk wezen op agressief gedrag. Dat was me nog nooit overkomen…
Ik ben nog nooit agressief geweest jegens anderen en zeker niet in het verkeer.
Dat ik noodzakelijk snel moest inparkeren omdat ik anders weer een rondje moest rijden vonden ze niet relevant…

Mijn conclusie: De politie is zelf veel te zwaar gespitst op signalen die soms lijken op agressief gedrag zodat ze zelf geen goede scheidslijn meer kunnen maken.

Voorbeeld 2: Aanrijding auto
Nog niet zo lang geleden heeft mijn vrouw een aanrijding gehad met de auto.
Een auto van rechts reed keihard op haar in terwijl ze nauwelijks tijd had te reageren.
De ‘shock’ was zo groot dat ze ter plekke versteende na de gebeurtenis en een omstander riep de politie erbij via de mobiele telefoon.
De later gekomen politie heeft het verkeer geregeld en de schadeformulieren ingevuld.
Ik kwam er pas bij toen de 2 auto’s al waren verplaatst.
Maar mijn conclusie was duidelijk. Ook gevoed door het commentaar wat de omstander had gezegd toen hij mijn vrouw vroeg of het wel goed ging: “die ging wel erg krap door de bocht”!
Ik vroeg de politie later dus wat ze van de zaak dachten, hoewel verkeer van rechts voorrang heeft: dit kruispunt was zeer onoverzichtelijk en mijn vrouw kon amper reageren. De politiefunctionaris zei me dat ze geen oordeel vellen maar dat we er zonder getuigen wel moeilijk voor staan… De politie zou niet mogen getuigen…
Helaas was de omstander al weer lang vertrokken.
Voor mijn gevoel was het dus ons idee en woord tegen dat van de tegenpartij. Inderdaad lastig naar de kritische verzekeringsmaatschappijen toe.
Maar wat schetste mijn verbazing toen ik enkele weken later het door de politie opgemaakte rapport las: daar stond letterlijk in dat mijn vrouw “geen voorrang verleende aan het van rechts komende verkeer met het ongeval als gevolg”. Volgens mij een duidelijke conclusie met slechts één harde regel in het hoofd: Verkeer van rechts heeft voorrang.
De Wet heeft weer gezegevierd en wij zijn bijna 4000 euro armer…

Voorbeeld 3: Lakse reactie politie op aangiften burgers
Hoewel de arm der wet tegenwoordig steeds langer lijkt te worden, zijn de ‘gewone burgers’ meer en meer beperkt in het melden van misstanden of misdrijven. Zeker als het niet iets is waar de politie actief mee bezig is…
Wij hebben nu tot twee keer toe vergeefs een beroep gedaan op de politie omdat we bedreigd werden.
De eerste keer ging het zelfs heel ver: een ultra-rechts organisatie heeft persoonlijke gegevens van ons gezin openbaar op een website geplaatst met daarbij een valse beschuldiging. Bekend is dat sommige ultra-rechtse groeperingen daar zeer gewelddadig mee omgaan dus vond ik aangifte op zijn plaats.
Hoewel ik drie keer heb gebeld om mijn verontrusting te uiten en mij drie keer is verteld dat ik word teruggebeld wacht ik nog altijd op een telefoontje…
De tweede keer was het de tegenpartij uit Voorbeeld 2 hierboven beschreven. De persoon bedreigde mijn vrouw stevig aan de telefoon wat haar zeer bang heeft gemaakt.
Omdat het een marokaanse familie betreft vreesden we dat de uitspraken waar zouden kunnen zijn en we hebben de politie gebeld. Deze verzocht mij echter beter contact op te nemen met de verzekering want dit soort zaken horen niet bij de politie thuis…

Voorbeeld 4: Veroordeeld voor een misdrijf
Zonder al te veel op de details in te gaan kan ik nog vertellen dat ik een aantal jaren geleden ben veroordeeld voor een in de wet vastgelegd misdrijf.
Echter was ik me van deze wet en de strafmaat geheel niet bewust omdat het geen ‘dagelijkse materie’ is waar het om ging. Daarbij was de betreffende wet in de loop der jaren aangepast van ‘niet beschreven’ naar ‘zwaar misdrijf’.
Als ik had geweten waar ik toen mee bezig was had ik het nooit gedaan, zeker met de verantwoordelijkheid over een heel gezin! De materie was echter voor mij voer voor een onderzoek en website die mij vervolgens verdacht maakte als zijnde bewust gebruiker van deze materie.
Omdat ik in die tijd volledig in een shock was door het gebeurde kon ik mezelf niet goed verdedigen en omringende mensen die me van dienst wilden en konden zijn waren er niet.
Ik ben als “Barbertje” veroordeeld omdat in deze tijd juist voorbeelden gesteld moeten worden om het ‘slappe imago van de politie’ op te vijzelen…

Conclusie: We gaan langzaam naar een maatschappij waarin politie/justitie/rechter gaan lijken op een “Judge Dread” (SF-film met Sylvester Stallone) waarin verdachten worden opgepakt en indien van toepassing meteen veroordeeld.
Met het door mij geschetste 4e voorbeeld zal het er over enkele jaren zo uit gaan zien:

“Politie houdt een man aan met een verdacht zakje in zijn hand. Blijken cocaïnebolletjes te zijn. Bezit daarvan is strafbaar en kan tot de doodstraf leiden.
De beschuldiging wordt uitgesproken.
Politie: ‘Wat heeft u daarop te zeggen?’ 

Verdachte: ‘Meneer, ik heb dit gevonden en was nieuwsgierig… Kende het nog niet en wilde kijken wat het was. Wilde het echt niet houden!’ 
Politie: ‘Onzin, iedereen weet wat het is en wat er voor straf aan vastzit. Bent u zich daarvan bewust?’
Verdachte: ‘Nee, nooit van gehoord!’
Politie: ‘Onzin, dan moet u maar de krant lezen.’
Verdachte: ‘Ik heb geen krant, nooit gehad… Kan ik niet betalen!’
Politie: ‘Onzin, dan heeft u wel mensen in uw buurt die ervan weten. Het is bijna dagelijks in het nieuws.’
Verdachte: ‘Ik ken geen mensen die hier iets van weten… En ik kijk ook bijna geen nieuws. Ik lees veel boeken… Maar dat gaat over heel andere dingen!’
Politie: ‘Ongeloofwaardig verhaal. Zulke naïviteit bestaat niet meer. U bent schuldig en omdat u ook nog liegt over uw motieven betekent dit de doodstraf.’
Vervolgens schiet de politiefunctionaris de verdachte dood.
‘De Wet zal zegevieren!’ “

Science Fiction?
Wat mij betreft niet maar een angstaanjagende ontwikkeling die zeker doorzet als we niet inzien hoever de maatschappij nu al gecontroleerd wordt door de Overheid.

En wat de politie betreft… Die is allang niet meer mijn “beste vriend”.

Dit bericht is geplaatst in Cultuurfilosofie met de tags , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie