Over werken in de “nieuwe tijd”…..

door: John van de Rest
Geschreven op 11 februari 1998

De laatste jaren krijg ik het gevoel dat er iets mis is met de maatschappij. Dat probeer ik via een Magazine en nu via deze homepage te verwoorden en te verwerken. Vaak dacht ik dat het aan mij lag. Dat ik een roepende in de woestijn was. Dat ik een ‘einzelganger’ ben die zich moeilijk kan vereenzelvigen met tijds-veranderingen en wanhopig probeer me ervan af te sluiten. Pas de laatste paar jaar krijg ik het idee dat ik niet alleen ben. Integendeel. De vele boeken die uitgebracht worden met als strekking spiritualiteit zijn het bewijs van een veranderende belangstelling, ook van het brede publiek.

Recentelijk is een nieuw boek verschenen: “Je werk of je leven (gejaagd door de vierentwintig-uurseconomie)” van Mirjam Schöttelndreier.

Het boek handelt over de verschijnselen waar de werkende mens mee te maken krijgt in zijn strijd om een plaatsje in de maatschappij. Want dit blijkt niet een vanzelfsprekendheid te zijn!

In het boek worden vele praktijkvoorbeelden genoemd van mensen in een werksituatie. Mensen die hun draai proberen te vinden in hun bestaande werk, naarstig op zoek zijn naar passend werk of die een oplossing proberen te vinden bij conflicten die verband houden met hun werk. Dit laatste hoeft niet altijd OP het werk te zijn; soms heeft het werk een zodanig grote impact op het privé-leven dat er daar conflicten ontstaan. Dat is ook waar het boek mee begint. Een zorgzame huisvader aan tafel bij het eten, met zijn gedachten bij zijn werk. Een ongezonde situatie. Dit wordt dan ook onderkend, maar niet meer dan dat.

In het boek probeert de schrijfster te illustreren dat werken als het grootste goed op aarde beschouwd wordt in onze samenleving. Natuurlijk moet dit werk wel een verlengstuk van je persoonlijkheid zijn. Je mag eisen stellen aan de manier waarop je je werk uitvoert. De individualisering is nu zover doorgevoerd dat het zogenaamd geaccepteerd wordt HOE je met de invulling van je werk omgaat. MITS je het maar doet. Of … in ieder geval laat ZIEN dat je het doet. Vooral dat laatste is belangrijk. Uiterlijk vertoon is niet meer dan normaal. Hoe je inhoudelijk met je werk omgaat is van minder belang. Mijns inziens wederom een bewijs van de vervlakking van de maatschappij!

Zelfs op het persoonlijke vlak word je beoordeeld op het uiterlijke vertoon van hetgeen je in de maatschappij presteert. WAT doe je? HOE doe je het? Heb je er veel over te vertellen? Nieuwtjes, feiten, etc. over het werk zijn verplichte kost tijdens visites. Wie ziek is, thuis moet zijn als huisvrouw of -man wordt niet betrokken in de gesprekken. Dan heb je namelijk niets te vertellen. JE TELT NIET MEE!

SCHANDALIG!

Mijns inziens gaat het boek aan de essentie van het mens-zijn voorbij. Zoals zo vaak in een niet-spirituele context wordt geschreven, gaat de schrijfster ervan uit dat het “nu eenmaal zo is tegenwoordig” en daar moet je verstandelijk maar een oplossing voor zien te vinden. Terwijl het probleem alles te boven gaat wat met het “verstand” opgelost kan worden!

Aan de hand van tientallen praktijkvoorbeelden van mensen die zich niet goed voelen in hun huidige werksituatie als ook die zich juist wel goed voelen in het stressige bestaan van nu, wordt louter een overzicht gegeven van hoe het kan. Het lijkt erop dat de schrijfster ervan overtuigd is dat wij ons MOETEN aanpassen aan het tijdsbeeld en een baan kiezen die gewoonweg het meest bij ons past. Alsof iedereen deze keuze gewoon kan maken. Zou zij beseffen dat mensen vaak BUITEN hun wil om gedwongen worden bepaalde werkzaamheden te verrichten? En – zoals ze ook zelf schetst – dat het vaak de OUDERE werknemers (boven de 30…) zijn die opnieuw moeten beginnen zonder dat ze een stap verder zijn gekomen in de maatschappij? Althans dat hetgeen ze hebben gedaan uiteindelijk niet veel waard blijkt te zijn?

Op zich is de opsomming van praktijkvoorbeelden voor mij een openbaring. Door mijn beperkte ervaring op de arbeidsmarkt omdat ik vrijwel vanaf het begin bij één bedrijf werk, denk ik vaak dat het alleen hier “zo” is. Alleen angst voor het ‘onbekende’ houdt me tegen elders te solliciteren. Nu besef ik echter dat het eigenlijk in de hele maatschappij zo is. En dan niet uitsluitend de Nederlandse maar de gehele westerse maatschappij. Dan moet je bedenken hoe ver de wereld aan het ‘veramerikaansen’ is… Nee, het is voor mij persoonlijk een opluchting te weten dat een groot deel van de wereld op de verkeerde weg is. Het betekent dat de wereld inderdaad voor een kentering staat in de geschiedenis. Een kentering die van invloed is op de gehele mensheid. En dat geeft hoop!

In andere door mij gelezen boeken is het werken op deze wijze beschreven als een reden waaraan de samenleving juist kapot gaat. Hier ben ik het dus wel mee eens. En NIET met ons constant moeten aanpassen aan veranderingen die ertoe leiden dat je voortdurend in je persoonlijke ontwikkeling afgeremd wordt. Het is natuurlijk goed om te leren. En om te BLIJVEN leren. Maar is het zinvol om voortdurend de inhoud van je werk te veranderen met als excuus: flexibiliteit ?? Uiteindelijk betekent het dat je nooit echt ergens ervaren in wordt. Je mag iets ‘proeven’, iets ‘aanraken’, iets ‘zien’ en vervolgens moet je het vergeten want dan komt er weer iets geheel nieuws. Zelfs zo nieuw dat het nauwelijks aansluit op je ervaringen. En dan weet je op den duur heel veel maar … wat beteken je ermee voor de maatschappij? Als iedereen jaren bezig gaat met flexibel zijn en voortdurend van ervaringen wisselt weten we op den duur allemaal van alles heel veel maar er is niemand meer met echte diepgaande kennis en ervaring. Kennis wordt iets oppervlakkigs. Iets waarvan we ons gaan afvragen: “Waarom weet ik dit eigenlijk? Wat heb ik er aan voor mijn leven? Bewijs ik er anderen een dienst mee?”

Het gevaar bestaat ook dat het verslavend werkt! Nu al groeien kinderen op met de gedachte dat het goed is om zo veel mogelijk te weten. En dan niet om ‘ergens’ zo veel mogelijk van te weten, nee echt om ALLES te weten. Zo is de huidige informatie-maatschappij ontstaan. Een samenleving waarin we voortdurend worden overstelpt met meestal zinloze informatie waarom we nooit gevraagd hebben. De wekelijkse reclamestroom is er een schrijnend voorbeeld van. Hoewel velen van ons zeggen dat het geen invloed heeft en dat we het gemakkelijk weggooien, voelen we ons vaak niet prettig als er een week niets komt! En als we dan horen van ‘die aanbieding van vorige week’ voelen we ons benadeeld omdat we juist die folder gemist hebben.

Waar zijn we nu eigenlijk mee bezig in ons leven?

Zo worden we eigenlijk volledig op het verkeerde been gezet. Terwijl we denken dat we veel weten, worden we eigenlijk voortdurend DOM gehouden. Geen tijd om LEVENSINZICHT te vergaren. We zijn straks bijna vergeten hoe we moeten leven!

Dit bericht is geplaatst in Cultuurfilosofie met de tags , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie