door: John van de Rest
Geschreven op 8 april 1998
Als ouders, verzorgers en opvoeders van een steeds nadrukkelijk zelfstandiger wordend kind van 4 jaar, denken we voortdurend diep na over onze manier van grootbrengen. Vermoedelijk zal elke ouder dit doen; vooral bij een eerste kind. Je wil toch meestal al het ‘goede’ van jezelf meegeven zodat je kinderen later ‘net zo stevig in de schoenen’ als jij de wereld instappen. En als je dan vindt dat je NIET zo stevig in je schoenen staat dan zal je proberen je kind wat méér zelfvertrouwen mee te geven.
Soms ook wil je het HEEL ANDERS doen dan jouw ouders het met je gedaan hebben. Ze waren te voorzichtig, te streng, juist niet streng genoeg, te gul, te zuinig; in ieder geval wil jij het anders voor jouw kind.
Of misschien ben je heel tevreden met je eigen jeugd en wil je hetzelfde voor je kind.
In elk geval ga je er vanuit dat je weet hoe kinderen zullen reageren op alle goede bedoelingen die het grootbrengen stimuleren. Daar word je als ouders nog ruimschoots mee geholpen als je het soms niet meer precies weet door de diverse boeken en instanties die op elk opvoedings-vraagstuk een antwoord hebben. Zo kán er dus eigenlijk niets aan het toeval overgelaten worden en kan je verzekerd zijn van een opvoeding op maat!
Hoe zou het dan toch komen dat je van zoveel ouders hoort dat “ze niet meer weten wat ze met hun kind(eren) aan moeten”?
Of dat ze geen overwicht op hun kind hebben?
Of dat het kind onhandelbaar is?
Of dat men vindt dat de kinderen van tegenwoordig zo vroeg WIJS zijn?
Of dat men de kinderen op een bepaald moment maar gewoon ‘laat’ aanrommelen omdat de ouders ze niet meer onder controle kunnen houden?
Zodat ze uit ZELFBEHOUD hun handen van de kinderen afhalen?
Zodat de kinderen NOG VERDER losraken van hun ouders en NOG MEER hun EIGEN weg gaan bepalen nog VOOR ze hier werkelijk aan toe zijn?
Veel vragen waar wij beslist niet alle antwoorden op hebben.
We zijn ons in ieder geval heel bewust van grote veranderingen in het kind ZELF die mogelijk tot problemen leiden. Maar als we deze problemen laten voor wat ze zijn omdat we er niet mee kunnen omgaan… dan ziet de nu opgroeiende generatie van straks er heel ENG uit!
Natuurlijk hoor ik vrijwel dagelijks zeggen dat het gewoon weer een ‘periode’ is waar we doorheen moeten. Een TREND. De gabbers van nu zijn respectabele gezinnen van straks en dan volgt er gewoon weer een andere generatie, zeker niet ‘slechter’ dan die van nu.
Dat kan best zijn. Na de excessen van nu zal er best een kentering kunnen ontstaan omdat men gaat NADENKEN over de waanzin en chaos waarin nu geleefd wordt. De kinderen straks zijn gewaarschuwd door de spuitende, pillenslikkende, razende, agressieve, levensdoel missende en bijna krankzinnige generatie van nu! Maar het kan ook verder doorslaan.
De kinderen van nu hebben als voorbeeld een generatie doelloze jongeren die het niet zo nauw meer nemen met menselijkheid. Ze zien hun leven als uitzichtloos en omdat er toch niets te verliezen valt, vluchten ze in excessen.
Hoe nu kijken de huidige kinderen hier tegen aan?
Bestaat er niet het gevaar dat de kinderen van nu – met de HOGERE spirituele ontwikkeling die ze reeds hebben – nog harder gaan reageren om het recht in eigen hand te nemen?
Kan het zijn dat de volgende generatie zich zal onderscheiden in een door angst gevoed haatgevoel onderling? Met een overgrote kans op een uitbarsting in een vorm van oorlog?
Zeker is op dit moment dat er nog genoeg scholen en wetgevende instanties zijn die erop blijven hameren dat KENNIS de enige vorm van macht is. Met een verhoogd prestatiegerichte indoctrinatie en een valse voorspiegeling van de toekomst blijft men het kind volpompen met anti-spirituele informatie. En daaraan gaat de wereld uiteindelijk kapot!
ALS er geen kentering komt die ook doorzet.
Op dit moment is juist de ROEP naar een kentering heel luid. Geen boekwinkel kan je binnenlopen of je vindt er boeken over spiritualiteit. Maar ook boeken met een vernieuwde kijk op OPVOEDING!
Het lijkt er een beetje op dat we inderdaad gaan inzien dat er iets mis is. We kunnen het niet met zo veel woorden omvatten maar ieder van ons beseft dat het LEVEN ons grootste goed is en dat de ‘huidige’ gang van zaken rondom ons uiteindelijk het leven niet dient.
In toevallige gesprekjes met mede-opvoeders kom ik tot de voorzichtige conclusie dat we onze kinderen wel degelijk een warm hart toedragen en dat we dit niet lichtvoetig opnemen. Het belang voor het kind zelf staat voorop.
Dit betekent dan weer niet dat het kind per definitie maar zelf moet bepalen waarheen het wil. Het leven is daarvoor te complex en na een periode van “laat ze maar, ze komen er zelf wel achter” lijken ouders bewust van het belang van ingrijpen in het belang van het kind zelf.
Een kind heeft leiding nodig.
Afhankelijk van het karakter meer of minder maar toch duidelijk aanwezig.
Een leiding die zonder ‘volwassen overwicht’ duidelijk aangeeft waar de grenzen liggen. Hoe wijs ook; het kind kan deze niet zelf bepalen.
Kortgeleden (maart 1998) liep ik toevallig een boekje tegen het lijf waarop een foto stond van een kind wat sprekend onze dochter kon zijn. Alleen al hierdoor ging ik er even in bladeren. Heel nuchter, getuigend van echte ervaring, wordt erin aangegeven hoe je voortdurend sturend en grenzen bepalend met je kinderen om zou kunnen gaan. Een en ander rijkelijk voorzien van voorbeelden uit de praktijk.
Het boekje: “Kinderen vragen om duidelijkheid” van schrijver Hans Janssen stamt al uit 1989 maar is in februari van dit jaar opnieuw uitgegeven. Waarschijnlijk vanwege de grote actualiteit ervan.
Een aanrader voor radeloze ouders!
Hoewel niet volledig – de opvoeding is niet iets statisch; je past je voortdurend aan de omstandigheden aan – wil ik het hierbij laten. Ik denk dat ik binnenkort wel verder ga hiermee en omdat onze dochter net een paar weken op de basisschool zit, zal er nog genoeg stof tot overdenken zijn.
Wie met me wil meedenken over dit onderwerp mag er zeker iets aan toevoegen!